De ‘Nordmann’ heet eigenlijk Kaukasische zilverspar (Abies nordmanniana) en is in 1838 door de Finse bioloog Alexander von Nordmann in West-Europa geïntroduceerd. Deze boomsoort wordt de laatste jaren meer en meer als kerstboom gebruikt, omdat de naalden minder snel uitvallen én zachter zijn dan die van de fijnspar.

De takken staan in kransen rondom de stam. De zijtakken staan in twee rijen min of meer tegenover elkaar. De boom groeit langzaam: het duurt twee keer zo lang als bij de fijnspar voordat de boom 1,5–2 m hoog is. Een Nordmann kan wel 60 m hoog en 2 m in stamomtrek worden, maar er zijn ook exemplaren gezien van wel 85 m hoog.

De Kaukasische zilverspar komt oorspronkelijk uit de omgeving van de Zwarte Zee (Turkije, Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Noord-Kaukasus). Denemarken is een belangrijke producent met een export van 5 miljoen bomen per jaar. De boom wordt in Europa ook veel aangeplant voor de productie van hout, dat wit van kleur is.

Bij ons op het kerstbomenland hebben we geprobeerd om de Nordmannspar te telen, maar op de kleigrond groeit deze boomsoort erg slecht. Daarom kopen we onze ‘Nordmannen’ in bij een vaste teler in Duitsland, waar we ieder jaar zelf een perceel uitzoeken.

• Klein (tot 1,75 m) — €25,-
• Middel (1,75 – 2 m) — €30,-
• Groot: (2 – 2,5 m) — €35,-
• Extra groot: (>2,5 m) — vanaf €40,-